De beste BIM weg naar een integraal spoorontwerp

Nieuws

21 februari 2017
8 februari 2021, 13:14 uur

Werken aan het spoor moet snel, foutloos en zo duurzaam mogelijk. Daarvoor wil de spoorsector de samenwerkingsmethodiek Bouwwerk Informatie Management (BIM) invoeren. BIM is een essentiële stap om spoordata in een digitale omgeving continue te delen tijdens het ontwerpen, bouwen en onderhouden van de spoorobjecten. Dat levert ons actuele, betrouwbare en consistente informatie over deze objecten. Vanaf 2016 neemt ProRail het initiatief tot een BIM Lab, waar we samen met spoorpartners verschillende BIM processen simuleren en gereedschappen beproeven. In dit BIM Lab is het integraal ontwerpen van station Nijmegen Goffert op de BIM wijze nagespeeld. Projectmanager van ProRail Ubo Smid en Robin de Rooy BIM Manager van ingenieursadviesbureau Sweco onthullen de eerste bemoedigende resultaten: het levert kwaliteits- en tijdwinst. De voorwaarden? Kaders afspreken, standaarden gebruiken en integraal samenwerken aan het ontwerp vanaf de start van een infraproject.

BIM betekenis voor jou, voor mij, voor ons

BIM gaat ervan uit dat ketenpartners informatie over een bouwwerk delen. Dit kan in een gemeenschappelijke omgeving, met daarin bijvoorbeeld een 3D model. Dat levert gedeelde informatie op voor de spoorbranche als basis voor besluiten tijdens de gehele levenscyclus van een asset. Het is een manier van geïntegreerd samenwerken waarbij fouten in een vroeg stadium kunnen worden ontdekt en opgelost. In het BIM lab hebben we allereerst met alle betrokkenen en partner Sweco gedefinieerd wat we onder BIM verstaan en ook wat we willen dat het ons oplevert. BIM kent verschillende interpretaties en belangen en bij ieder project moet je vooraf de kaders helder afspreken. Meer informatie over BIM bij Sweco vind je hier.

BIMlab; simuleren en gereedschappen beproeven

ProRail en haar ketenpartners passen BIM al deels in de praktijk toe bij bijvoorbeeld de aanpassing van de stijgpunten op station Schiphol en de spooruitbreiding Meteren – Boxtel. En bij de nieuwbouw van de infra op de Amsterdamse Zuidas zijn de voorbereidingen getroffen om BIM toe te passen. Maar lopende projecten staan onder druk, want afspraken ten aanzien van inhoud, tijd en geld liggen vast. Een parallelle oefening met BIM in een live projectomgeving is dan niet altijd wenselijk. “Daar hebben we wat op bedacht”, aldus Ubo Smid. “In het BIM Lab ‘spelen’ we de op traditionele wijze afgeronde projecten na, maar nu op een BIM werkwijze. Zo ervaren we hoe de nieuwe processen lopen, hoe de BIM gereedschappen werken en wat het van ons als mens vraagt aan kennis en de samenwerking met partners. Daarbij brengen we nauwgezet in kaart wat het ons kost en oplevert als we het gaan implementeren bij alle infraprojecten.” 

Ontwerpsimulatie op Nijmegen Goffert 

“In 2015 had Sweco het ontwerp van het station Nijmegen Goffert  opgezet met behulp van 3D tools, maar er werd nog niet conform de BIM methodiek van ProRail gewerkt. Nu hebben we in het BIM Lab het proces van het Rail Verkeers Technisch Ontwerp (RVTO) nagespeeld”, vertelt Robin de Rooy van Sweco. “We concentreerden ons in het BIM Lab op het deels geautomatiseerd controleren van het ontwerp en verifiëren van eisen. Daarnaast hebben we het uitwisselen van ontwerpgegevens tussen opdrachtnemer en opdrachtgever middels een BIM open standaard data uitwisselingsformaat COINS beproefd. Dat deden we in een gedeelde digitale omgeving. Wat de Bouw Informatie Raad zegt over data uitwisselingsformaat COINSvind je hier

Geautomatiseerd eisen toetsen 

In de traditionele situatie werkt ProRail voor spoorprojecten met OBE-bladen, de Overzichten Baan en Emplacementen. Nieuwe OBE-bladen (schematische CAD tekeningen) moeten handmatig in lijn gebracht worden met de technische eisen en voorschriften die ProRail daaraan stelt. Ubo: “Omdat we te maken hebben met menselijke interpretatie, gaat het ontwerp soms wel vijf keer tussen ingenieursbureaus en ProRail heen en weer. In de digitale werkomgeving die bij BIM hoort, hebben we enkele eisen en voorschriften direct gekoppeld aan spoorobjecten. Hierdoor wordt het mogelijk om automatisch te toetsen, of het spoorobject ook daadwerkelijk voldoet aan de eisen die de opdrachtgever stelt. Door de menselijke interpretatie (deels) te vervangen door een geautomatiseerde controle werkten we sneller en nam de kwaliteit van het ontwerp toe. Voorwaarde voor dit automatisch koppelen is, dat elke eis uit bijvoorbeeld een ontwerpvoorschrift SMART in een database geformuleerd is. Bijvoorbeeld dat hoofdseinen minimaal 400 meter en maximaal 2000 meter uit elkaar moeten staan. Er loopt een initiatief binnen ProRail om dit vorm te geven in de eisenbibliotheek”

Standaard data uitwisselingsformaat noodzakelijk 

Als je informatie digitaal geautomatiseerd wilt uitwisselen met de spoorbranche, moet je een standaard hebben. In het BIM Lab is een eerste toepassing van een nieuwe standaard data uitwisselingsformaat, COINS geheten, geslaagd. Er wordt daarmee eenduidig vastgelegd hoe je de inhoud (informatie) moet uitwisselen, (terug)lezen en opslaan. In 2017 onderzoeken we COINS 2.0 nader en beslissen dan of we deze standaard zullen gebruiken in de uitwisselen van data tussen ProRail en marktpartijen. 

Eén gezamenlijk digitaal coördinatie model

De kern van de BIM-aanpak is een gedeeld digitaal model van het infraproject en daarbinnen de betreffende infrasystemen. Op dit moment maken partijen los van elkaar een ontwerp in hun eigen omgeving. Deze ontwerpinformatie wordt vaak pas later in het project samengevoegd. Met de werkmethodiek BIM doen we dat eerder of al bij aanvang. Robin de Rooij “Bij het BIM Lab rondom station Nijmegen Goffert heeft Sweco een BIM coördinatiemodel ingezet (Zie de foto in de kantlijn van het coördinatiemodel Sweco). Dit digitale model diende om het overzicht te bewaren en om zaken 'live' en gezamenlijk met alle betrokkenen bij het infraproject te kunnen toetsen. De ruimtelijke aspecten van het ontwerp kunnen hierdoor direct worden afgeleid uit de interactieve geografische kaart".

Beter overzicht, meer inzicht, betere ontwerpkeuzes 

De conclusie is dat een gedeeld digitaal model tot beter overzicht, meer inzicht en dus betere en gemakkelijker te maken keuzes leidt. En daarmee een betere beheersing van het infraproject. “Een verbetering”, vindt Rogier Uges, plan ontwikkelaar  bij ProRail “Het digitale model geeft meer inzicht in de relatie tussen de eisen en het uiteindelijke ontwerp. Het is hierdoor makkelijker om te controleren of het ontwerp voldoet aan de eisen die voor het project zijn gesteld.  Ook geeft het meer vertrouwen dat de juiste ontwerpkeuzes zijn gemaakt en dat de realisatie van het ontwerp voorziet in de klantbehoefte.”

Meer over:

Heb je een vraag?

Wij helpen je graag verder. Vul het formulier in en wij geven binnen 24 uur antwoord!